Realtime Interface bekrachtigd door netbeheerders als nationale standaard
De Realtime Interface (RTI) specificatie is definitief. Met de RTI zorgen netbeheerders en grotere invoeders ervoor dat het elektriciteitsnet op een veilige manier beter benut kan worden, doordat de RTI hen in staat stelt om te communiceren over toegestane vermogensstromen op het overdrachtspunt.
Aanleiding voor de ontwikkeling van de RTI is de aanhoudende vraag naar transportcapaciteit die de forse netverzwaringen door netbeheerders ver overstijgt. Dit tekort aan transportcapaciteit stimuleert samenwerkingsvormen tussen invoeders en netbeheerders waarbij de vermogens afgestemd worden op de beschikbare transportcapaciteit. De RTI is een ontbrekende bouwsteen in het energiesysteem waarmee op een gestandaardiseerde manier gecommuniceerd kan worden over toegestane vermogensstromen op het overdrachtspunt. Op basis van deze communicatie worden verschillende toepassingen mogelijk gemaakt, waarmee de beschikbare transportcapaciteit beter benut kan worden en tegelijkertijd de hoge betrouwbaarheid van het elektriciteitsnet in stand gehouden kan worden. Per toepassing wordt een toepassingskader opgesteld, waarin afspraken en voorwaarden over de inzet van de RTI worden vastgelegd. Inzet van de RTI zal zich focussen op netcapaciteitgerelateerde toepassingen, zoals ingrijpen bij overbelasting of communiceren over beschikbare transportcapaciteit tijdens onderhoud. Op die manier wordt afschakelen van aansluitingen voorkomen, tenzij het echt niet anders kan, en wordt meer ruimte gegeven voor teruglevering aan het elektriciteitsnet.
De RTI is ontwikkeld in een brede samenwerking van netbeheerders, brancheverenigingen (waaronder Holland Solar, NWEA, Energie-Samen) en kennisinstituten (waaronder TNO, DNV, ENCS en Technolution) en Invest-NL. Het resultaat van deze samenwerking is een technische specificatie, welke functioneel beschrijft hoe netbeheerders en invoeders met elkaar moeten communiceren en welk gedrag zij vervolgens moeten laten zien. Doordat de RTI functioneel is beschreven, kunnen leveranciers van RTI producten zelf kiezen hoe zij de RTI willen implementeren. De technische specificatie is nu gereed en door de gezamenlijke netbeheerders bekrachtigd als nationale standaard voor real-time communicatie tussen regionale netbeheerders en invoeders met een gecontracteerd vermogen voor teruglevering van tenminste 1MW.
Met de ontwikkeling van de RTI is tevens invulling gegeven aan interface bepalingen uit de Europese code ‘Requirements for Generators’ (RfG). In deze code worden invoeders verplicht om een interface beschikbaar te stellen aan hun netbeheerder, om het actief vermogen te kunnen reduceren.
Enexis, Liander en Stedin hebben afspraken gemaakt over de uitrol van de RTI. Individuele voorlopers van de RTI zullen na het tweede kwartaal van dit jaar niet meer aangeboden worden. Stedin en Liander vereisen de RTI interface inmiddels bij nieuwe aanvragen voor teruglevering. Enexis maakt op dit moment de overstap naar verplichting van de RTI. De kleinere regionale netbeheerders oriënteren zich op de implementatie van de RTI, waarbij zij gebruik kunnen maken van techniek en processen van de grotere netbeheerders.
Het komende kwartaal staat in het teken van het door een onafhankelijke testinstituut laten testen van RTI producten o.b.v. de definitieve technische specificatie. Goedgekeurde RTI producten kunnen vervolgens gebruikt worden voor de uitrol. En daarmee kan met deze voorheen ontbrekende bouwsteen gebouwd worden aan het veilig beter benutten van het elektriciteitsnet.
Wil je meer weten over de RTI, kijk dan op https://www.netbeheernederland.nl/rti