Vandaag keuzes maken voor het energiesysteem van morgen
Op verzoek van de Tweede Kamer hebben Hans-Peter Oskam, Marijke Kellner en Jan Warnaars een toelichting gegeven op de Integrale Infrastructuurverkenning 3050 (II3050), waarin de netbeheerders de mogelijke routes naar een klimaatneutraal Energiesysteem in 2050 hebben onderzocht. Aansluitend door het ministerie van EZK een toelichting gegeven op het Programma Energiehoofdstructuur (PEH).
Hans-Peter Oskam, directeur Beleid en Energietransitie, opende de toelichting door het belang van de studie II3050 nog eens te benadrukken: “Netbeheerders zijn verantwoordelijk voor het onderhoud én de aanleg van alle energienetten, ongeacht of dat gas, waterstof, groen gas of elektriciteit betreft. Onze assets gaan voor zeker 40 jaar de grond in, dat betekent dat we vandaag werken aan het systeem van morgen. Dat kan je lukraak doen, maar daar kiezen wij niet voor. Onze scenario’s en de gevolgen daarvan zijn bedoeld om de werkelijke fysieke plannen vorm te geven, en daarbij kijken we niet alleen naar de energiedragers, maar ook naar kosten, ruimte en uitvoerbaarheid.”
Jan Warnaars: “We hebben geen glazen bol. Daarom itereren we onze plannen elke twee jaar, en zorgen we ervoor dat onze toekomstverkenning in lijn is met de MIEKs en pMIEKs, en dat alles moet ertoe leiden dat de schop daadwerkelijk de grond in gaat, op de juiste plek en op het juiste moment.”
Er is niet zoiets als teveel energie-infrastructuur"
Hans-Peter Oskam
Directeur Beleid en Energietransitie
Marijke Kellner benadrukte daarbij dat netbeheerders behoefte hebben aan langjarig stabiel beleid. “De afgelopen jaren hebben we wisselend beleid gezien. De industrie is voor een groot deel beeldbepalend voor onze infrastructuur. Daarom vragen we om duidelijke keuzes, over welke industrie waar komt, en welke energie-infrastructuur daarbij hoort.”
Hans-Peter Oskam: “Daarnaast de boodschap dat langjarige zekerheid cruciaal is. Geen jojo-beleid maar rust, reinheid en regelmaat. Het Nationaal Plan Energiesysteem, onze Investeringsplannen, De Integrale Infrastructuurverkenning 2030-2050 (II3050) en het Programma Energiehoofdstructuur van EZK helpen hier enorm in. En als laatste de constatering dat er niet zo iets is als te veel energie-infrastructuur. Dat is de harde les van de afgelopen jaren. Je krijgt meer spijt van energie-infrastructuur die je niet hebt aangelegd dan die je wel hebt aangelegd.”