Doelstelling groen gas onder druk door terugvallende productiegroei
De productie van groen gas is met slechts 5 procent toegenomen in 2024. Om het doel van 2 miljard kubieke meter groen gas in 2030 te halen, moet de productie vanaf nu ieder jaar met 37 procent groeien. Netbeheerders zien het productiedoel voor groen gas verder uit zicht verdwijnen en pleiten er daarom voor dat de bijmengverplichting per 1 januari 2026 ingaat.

Om een duurzaam energiesysteem ook betrouwbaar en betaalbaar te houden, is een breed, integraal aanbod van energiebronnen essentieel. Groen gas draagt daar voor een belangrijk deel aan bij omdat het één-op-één inzetbaar is als vervanging van fossiel aardgas. Voor het gebruik van groen gas zijn dan ook geen aanpassingen nodig bij huishoudens, bedrijven en industrie.
Door de inzet op groen gas hoeft er minder te worden geïnvesteerd in elektriciteitsnetten en kunnen er meer aansluitingen worden gerealiseerd voor woningen en bedrijven. Het maakt Nederland ook minder afhankelijk van de import van aardgas.
Groen gas wordt gemaakt van opgewaardeerd biogas, dat weer wordt geproduceerd uit afval- en reststromen van onder meer de landbouw, de voedingsindustrie en rioolwaterzuivering. Zo draagt groen gasproductie bij aan de reductie van broeikasgasemissies. Om al deze redenen is in het Klimaatakkoord de ambitie vastgelegd dat Nederland twee miljard kubieke meter groen gas produceert in 2030.
Zoals ook duidelijk werd uit de brief van mestverkenner Raymond Knops is de inzet op mestverwerking en groen gasproductie essentieel voor het realiseren van de klimaatambities en het vergroten van de strategische autonomie van Nederland. In een wereld met groeiende geopolitieke spanningen is het cruciaal om de afhankelijkheid van geïmporteerd gas te verminderen, waarbij mestvergisting een belangrijke bijdrage levert aan zowel de energietransitie als de reductie van broeikasgassen. De bijmengverplichting voor groen gas speelt een sleutelrol in het behalen van de CO2-reductiedoelen, en mestverwerking biedt de noodzakelijke middelen om de beoogde groei in groen gasproductie te realiseren. Knops benadrukt daarbij ook het belang van het snel invoeren van de bijmengverplichting.
Bijmengverplichting is essentieel
In 2024 is er 294 miljoen kubieke meter groen gas geproduceerd, slechts 5 procent meer dan in 2023. Langlopende en onzekere vergunningverleningstrajecten en onzekerheid over de bijmengverplichting leiden al langer tot onzekerheid in de businesscase, waardoor er relatief weinig nieuwe invoeders bijkomen. Maar dat de groei zover is teruggevallen ten opzichte van het vijfjarig gemiddelde (tot en met 2023) van 21 procent groei heeft drie hoofdoorzaken.
Ten eerste is een aantal vergisters een aantal maanden ten onrechte stilgezet tijdens een onderzoek naar amfetamine in de vergisters. Dit bleek het gevolg van een biochemisch proces. Ten tweede zijn er installaties stilgezet vanwege te lage opbrengsten voor het groene gas en de certificaten. Ten derde was de inkoop van biomassa te duur voor enkele invoeders met te weinig eigen biomassa.

Hoewel de terugval in productiegroei dus goed te verklaren is, zal de productiecapaciteit nog altijd flink moeten uitbreiden. Om in 2030 over twee miljard kubieke meter groen gas te kunnen beschikken, zal de productiecapaciteit immers ieder jaar met 37 procent moeten groeien.
Hiervoor zijn twee zaken essentieel. Regionale overheden moeten eigenaarschap krijgen voor tijdige vergunningen, productiedoelen en -locaties voor groen gas, zoals dit ook heeft geresulteerd in een sterke groei aan wind en zonne-energieprojecten. Maar het belangrijkste is dat de bijmengverplichting, die energieleveranciers verplicht dat ten minste twintig procent van hun geleverde gas groen is, per 1 januari 2026 ingaat.