Laat de eigen zonnestroom niet verloren gaan

De mogelijkheid om ieder jaar teruggeleverde stroom weg te strepen tegen afgenomen stroom kreeg Nederland massaal aan de zonnepanelen. Het salderen van zonne-energie is daarmee één van de succesvolste maatregelen in de energietransitie. Het maakte Nederland tot koploper in Europa; geen ander land heeft per inwoner zoveel zonnepanelen als wij. En daar zit ook direct het gevaar. Als we willen dat die voorsprong ons niet gaat afremmen, moet het wetsvoorstel voor de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers aangenomen worden door de Eerste Kamer.

De salderingsregeling deed precies wat het moest doen. Deed, want inmiddels wegen de voordelen niet meer op tegen de nadelen. De vraag naar en het aanbod van elektriciteit groeit exponentieel. Sneller dan de netbeheerders het net kunnen verzwaren. Op zonovergoten dagen zijn er steeds vaker spanningsklachten, omdat er meer elektriciteit wordt teruggeleverd dan het net aankan, waardoor het net overbelast raakt en steeds meer zonnepanelen tijdelijk afgeschakeld worden. 

Het energiesysteem is in balans als vraag en aanbod dicht bij elkaar liggen. Salderen doet juist het tegenovergestelde. Mensen worden gestimuleerd om stroom terug te leveren aan het net, ongeacht het moment van de dag. Gemiddeld gebruiken eigenaren van zonnepanelen slechts 30% van hun opgewekte stroom zelf. De overige 70% gaat het net op. Anders gezegd; door de veelheid aan teruggeleverde stroom, lopen de elektriciteitsnetten vol en daardoor wordt het minder aantrekkelijk voor mensen die nog geen zonnepanelen hebben om die panelen alsnog aan te schaffen. 

Zonne-energie wordt overdag opgewekt, maar de piek van elektriciteitsgebruik is in de avond. Opslaan in een batterij is nog duur, en dus wordt het surplus aan stroom op het elektriciteitsnet ‘geloosd’. Dat is voor de consument gratis. Althans, zo lijkt het. Meer zonnestroom in de wijk vraagt echter ook om meer investeringen van netbeheerders in zware kabels en extra transformatorhuisjes in de straat. Daarnaast zorgt het voor onbalanskosten, die uiteindelijk door alle consumenten betaald worden, óók door diegenen die zich geen zonnepanelen kunnen veroorloven. Daarnaast kost salderen 2,8 miljard euro aan gemiste  belastinginkomsten. Dat geld moet ergens vandaan komen. En dat voelen alle huishoudens in hun portemonnee.  

Tegenstanders van het afbouwen van de regeling maken zich vooral zorgen om de terugverdientijd. Niet meer kunnen salderen zou ervoor zorgen dat panelen een minder interessante investering worden. Maar is dat wel zo? Zonnepanelen zijn tegenwoordig zo goedkoop dat ze ook bij afbouw van de salderingsregeling één van de beste opties blijven om woningen te verduurzamen. Milieu Centraal berekende dat ook met de afbouw van de salderingsregeling zonnepanelen die in 2024 zijn gekocht in zes jaar worden terugverdiend.  

Als eigenaren van zonnepanelen bewuster omgaan met energie kunnen ze ook zonder salderingsregeling de terugverdientijd verkorten. Alle gebruikers van het energiesysteem moeten een actieve bijdrage leveren aan de houdbaarheid en verduurzaming van ons systeem. Zo wezen netbeheerders energiegebruikers op om te ‘zonwassen’; de wasmachine aan te zetten als de zon schijnt. Ook als je zelf geen zonnepanelen hebt, kun je deze duurzaam opgewekte stroom gebruiken, bijvoorbeeld door het slim inzetten van een warmtepomp en het netbewust laden van de elektrische auto.  

In stand houden van de huidige regeling betekent dat we accepteren dat de elektriciteitsnetten in de wijken voller worden, dat zonnepanelen steeds vaker afschakelen en dat er geen ruimte is voor nieuwe panelen. De tijd is rijp voor het vervolg, namelijk de prikkel die direct gebruik stimuleert van zonnestroom op het moment dat het wordt opgewekt.

aardgasvrijewijk.jpg

Wij gebruiken cookies

Wij plaatsen cookies voor de werking en verbetering van deze website. Mogen wij extra cookies plaatsen voor het afspelen van video’s, delen-op-social-media en om onze campagnes te meten? Lees meer