Ruimtelijke inpassing

Tot 2050 moeten de netbeheerders al 50.000 nieuwe wijkstations installeren en 100.000 km ondergrondse kabels leggen. Dat is vergelijkbaar met 100.000 parkeerplaatsen of het elke maand leggen van ondergrondse kabels van Groningen tot aan Maastricht. Het is belangrijk dat de energie-infrastructuur tijdig wordt opgenomen in de (ruimtelijke) plannen van overheden om deze taak te realiseren.

Netbeheerders en overheden, meestal gemeenten of provincies, moeten nauw samenwerken om de nieuwe infrastructuur tijdig in te passen in de omgeving. Zelfs wanneer het type oplossing bekend is, duurt het jaren voordat een nieuw elektriciteitsstation of een gasleiding in gebruik kan worden genomen. Netbeheerders moeten grond verkrijgen, de ruimtelijke procedures doorlopen, vergunningen en toestemmingen verkrijgen en overeenstemming bereiken over de verrekening van kosten. Het is daarom om bij concrete projecten van tevoren duidelijke samenwerkingsafspraken te maken.

In Nederland wordt ruimte steeds schaarser, wat ook merkbaar is bij de netbeheerders. Het tijdig verkrijgen van benodigde grond voor netuitbreidingen is steeds vaker een vertragende factor. Netbeheerders hanteren een vergelijkbare aanpak om de benodigde grondposities te verkrijgen.